Ik zag op televisie hoe een medewerker van de GGD bij een Corona-verdachte een staaf in het neusgat duwde, poerde en ronddraaide om het vervolgens diep in de strot van het slachtoffer te schuiven. Pas toen deze begon te kokhalzen werd het stokje verwijderd. Ik wendde mijn hoofd af, voelde intens met de patiënt mee en wist dat ik alles zou doen om een dergelijke marteling te voorkomen.
Omdat wij zo voorzichtig waren slaagden we er lang in het virus op afstand te houden, maar kort voor de verjaardag van de goedheiligman sloeg hij toe. Niet lang na de koorrepetitie kreeg mijn betere helft last van de gevreesde verschijnselen: droge hoest, smaakverlies en een algeheel gevoel van onbehagen. Na de positieve uitslag thuis werd ons vermoeden via een PCR-test bevestigd.
Met de passie van Florence Nightingale en de vrolijkheid van zuster Clivia nam ik de verzorging van de interne Corona-patiënt op mij; mondkapje en handschoenen moesten mijn veiligheid garanderen. Maar na een dag begonnen mijn snotholtes leeg te lopen. Tijd voor de zelftest.
Lief zag er nauwlettend op toe dat ik de procedure goed volgde. Bij het zien van de lange wattenstaaf sloeg de schrik mij om het hart; volgens haar moest ik het stokje ongeveer tot aan de groef in mijn niet bepaald bescheiden reukorgaan omhoogduwen, een paar keer draaien en deze handeling voor het andere gat herhalen. Ik hield de staaf stevig vast en begon heel voorzichtig aan de exercitie. Of ik de afstand heb gehaald weet ik niet, maar toen de tranen in mijn ogen sprongen – het voelde als een breinaald die mijn hersenen met de kostbare grijze cellen meedogenloos perforeerde vond ik het wel genoeg. Even wachten: één streepje. Gelukkig, geen Corona.
Luttele uren later echter voelde ik hoe de aerosolen van tante C. mij toch te grazen hadden genomen. Vanwege de onprettige ervaringen met de thuistest stapte ik aarzelend de teststraat in Groenlo binnen en keek een beetje schichtig om mij heen, als een kind dat voor de eerste keer naar de tandarts moet. De angst bleek volledig ongegrond: het stelde tot mijn opluchting heel weinig voor. Dankjewel zuster! Maar, zoals verwacht, was ik positief.
Eigenlijk waren we blij dat we allebei waren besmet, hoefden we ook niet meer geforceerd (letterlijk) om elkaar heen te draaien. De hulp was hartverwarmend: dezelfde avond nog zetten onze lieve buren een pannetje met heerlijke erwtensoep en een schaaltje schoongemaakt vers fruit voor de deur, een van de kinderen deed de volgende dag de boodschappen. De meegekomen kleinkinderen namen met een innige, natte zoen tegen het raam afscheid.
Covid-19 lijkt eindelijk op zijn retour, maar ik ben nog steeds op mijn hoede: het is een verraderlijk virus met vele gezichten gebleken!
info: HOME
ARTIKELEN
2022
FEBRUARI
BART IKING: TANTE C.